Een steenpuist heeft normaal gesproken geen speciale behandeling nodig. Binnen een week rijpt de steenpuist uit, en barst uiteindelijk open. De huid begint vervolgens met het herstel. De belangrijkste steenpuist behandeling is dan ook de steenpuist met rust laten. Raak de steenpuist niet aan en ga er zeker niet in knijpen of duwen. Dit kan omliggend weefsel beschadigen waardoor bacteriën zich verder kunnen verspreiden met alle gevolgen van dien.

Niet doen bij een steenpuist:

Knijp of duw niet in de steenpuist. De dame op de afbeelding laat zien hoe het niet moet.
Zit niet aan de steenpuist. Eventueel aanwezige bacteriën kunnen via de vingers op andere plekken op het lichaam terecht komen.
Smeer geen zalfjes op de steenpuist. Laat je lichaam het werk doen. De steenpuist verdwijnt vanzelf. Zalf kan soms de situatie verergeren.

Wel doen bij een steenpuist:

De steenpuist met rust laten en zo min mogelijk aanraken of druk op uitoefenen.
Zorg voor goede hygiëne om en rond de steenpuist, maar ook de rest van het lichaam.
Gebruik een handdoek slechts één om verdere besmetting te voorkomen.
Eventueel verbinden met een gaasje om verdere besmetting te voorkomen.

Ernstige steenpuist behandeling

In enkele gevallen kan een steenpuist bovengemiddelde klachten opleveren. In dat geval wordt er vaak gekozen voor behandeling met antibiotica, die de bacteriën meteen doden. Deze antibiotica kan oraal worden ingenomen. Ook bij vaak terugkerende steenpuisten wordt er regelmatig een antibiotica kuur worden voorgeschreven.

Bij zeer grote steenpuisten kan er bij de huisarts een klein sneetje worden gemaakt in de steenpuist. De pus kan hierdoor vrij komen, waardoor de druk en daarmee de pijn wordt verlicht. Maak zelf geen gaten of sneetjes in de steenpuist. Laat dit aan een arts over. Na het toebrengen van een sneetje wordt vrijkomend pus verwijdert en de wond met een gaasje verbonden. Dit gaasje moet enkele keren worden vervangen. De huid zal hierna normaal genezen.